Op school voelde ik me een buitenstaander.
Ik zag hoe anderen zich verbonden voelden en een geweldige tijd hadden, terwijl ik het moeilijk had.
Neem bijvoorbeeld de andere jongens in mijn klas. Ik maakte me vaak zorgen dat ze achter mijn rug om grapjes over me maakten en het voelde alsof het zij van binnen waren en dan ik van buiten. (We hebben een artikel geschreven over hoe je een nepvriend van een echte vriend kunt onderscheiden).
Misschien vind je het ook leuk om meer te lezen over hoe je moet omgaan met iemand die je belachelijk maakt.
Op een dag kwam er een nieuwe jongen in de klas. Na een week stond hij dichter bij mijn klasgenoten dan ik na een jaar.
Dat "bewees het" voor mij: Er is zeker iets mis met mij!
Zie ook: Vrienden maken als je depressief bentZoals ik al eerder heb gezegd, heb ik geen spijt van die tijd, want dat heeft me gevormd tot wie ik nu ben.
Ik wou dat ik dit toen wist:
Het is niet omdat iets op een bepaalde manier is, dat het altijd zo zal zijn.
In die tijd voelde alles behoorlijk duister voor me. Ik had een laag zelfbeeld, dus ik geloofde niet dat ik in staat zou zijn om dingen te veranderen.
Ik had ook goede tijden en ik had een aantal vrienden.
Het was gewoon dat het sociaal niet zo goed ging en dat ik zag dat anderen het goed met me konden vinden terwijl ik dat niet kon, waardoor ik minder over mezelf dacht.
Ik had weinig hoop dat ik zou verbeteren.
Ik kon rationeel zien dat oefening perfect maakt, maar het voelde alsof er iets mis was met mij en het voelde alsof dit was hoe het leven zou zijn.
Dit is wat ik na al die jaren heb geleerd: het maakt niet uit hoe het VOELT. Soms moet je gewoon doen wat je weet dat goed is, zelfs als voelt alsof het niet zal werken.
Hoe heeft jouw jeugd je sociale overtuigingen vandaag de dag beïnvloed? Maakte je je zorgen dat mensen je achter je rug uitlachten? Laat het me weten in de comments!
Zie ook: Lichaamsneutraliteit: wat het is, hoe te oefenen & voorbeelden